Het aanw vnw wijst steeds iets aan. De vorm is afhankelijk van het woord waarnaar het verwijst. |
Wanneer het aanw. vnw. naast het woord staat
waarnaar het verwijst, is het bijvoeglijk
vb. Ik heb nog
nooit van zulke boeken gehoord.
Die jongens
hebben een vreselijke misdaad begaan.
Wanneer het aanw. vnw. niet naast het woord
staat waarnaar het verwijst, is het zelfstandig
vb. Zulke
heb ik nog nooit gezien.
Die komen
er niet zo gemakkelijk vanaf.
Besluit: Aanwijzende voornaamwoorden kunnen zelfstandig (Z) of bijvoeglijk (V) voorkomen: |
Meest voorkomende
• de-woorden enkelvoud | • het-woorden enkelvoud | • meervoud |
|
|
|
andere aanw vnwn:
dezelfde / hetzelfde
diezelfde / datzelfde
degene / diegene / datgene
dergelijke
zelf
soortgelijke
zodanige, dusdanige
…