HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Het aanw vnw wijst steeds iets aan. De vorm is afhankelijk van het woord waarnaar het verwijst.

Wanneer het aanw. vnw. naast het woord staat waarnaar het verwijst, is het bijvoeglijk
vb. Ik heb nog nooit van zulke boeken gehoord.
Die jongens hebben een vreselijke misdaad begaan.

Wanneer het aanw. vnw. niet naast het woord staat waarnaar het verwijst, is het zelfstandig
vb. Zulke heb ik nog nooit gezien.
Die komen er niet zo gemakkelijk vanaf.
Besluit: Aanwijzende voornaamwoorden kunnen zelfstandig (Z) of bijvoeglijk (V) voorkomen:

Meest voorkomende
 
de-woorden enkelvoud  • het-woorden enkelvoud  • meervoud 
  • deze (voor dichtbij) 
  • die (voor veraf of niet-aanwezig)
  • gene, gindse (voor veraf, verouderd)
  • zo'n, zo een (verouderde vorm van zo'n), zulk een
  • dit (voor dichtbij)
  • dat (voor veraf of niet-aanwezig)
  • ginds (voor veraf, verouderd)
  • zo een (verouderde vorm van zo'n), zulk een
  • deze (voor dichtbij)
  • die (voor veraf of niet-aanwezig)
  • gene, gindse (voor veraf, verouderd)
  • zulke

andere aanw vnwn:
dezelfde / hetzelfde
diezelfde / datzelfde
degene / diegene / datgene
dergelijke
zelf
soortgelijke
zodanige, dusdanige

 


TERUG