Het bijwoord

invuloefening

Vul de lege gaten in met de juiste voorzetsels en controleer daarna je antwoorden.


Naast elke zin staan er evenveel vakjes als er bijwoorden in voorkomen. Vul de bijwoorden in!

1. De omsingelde gangsters konden ongetwijfeld ontkomen, maar ze waren onvoldoende voorbereid.
2. An was toen vreselijk moe.
3. Het kind was amper 5 jaar.
4. Je hebt heel flink gewerkt.
5. In het lokaal hiernaast wordt ook vaak lesgegeven.
6. Daarboven kan je de hele stad bijzonder goed zien!
7. Zou jij dat anders aanpakken?
8. Gewoonlijk halen ze respectievelijk 7 en 8.
9. Jouw vriend moet morgen toch ergens een slaapplaats hebben?
10. Heb je dat werkelijk zo tegen hem gezegd?