gezegdes 4

invuloefening

Vul de lege gaten in met de juiste voorzetsels en controleer daarna je antwoorden.

Benoem het gezegde (wwg of nwg)
1. Door zijn gedrag zal de toestand erg moeilijk worden.
2. Oktober was een warme maand.
3. Is hij gisteren nog lang gebleven?
4. Waar zou dat meisje onbetrouwbaar blijken?
5. Ik ben benieuwd naar de resultaten van deze oefening.
6. Ze zou niet erg vriendelijk geweest zijn.
7. Jullie waren toch naar dat concert gegaan?
8. Hij belt je vroeg of laat wel terug.
9. Die reiziger zal een vermoeide vlucht beleefd hebben.
10. Zij is een uitstekende voetbalster geweest.