signaalwoorden 1

invuloefening



In de volgende zinnen staan signaalwoorden. Typ ze in de juiste volgorde over in de lege ruimtes.

1. Wie recycleert, helpt mee aan het milieu. En dat willen we toch allemaal!
2. Om te beginnen is er een container voor glas, plastiek en papier.
3. Bovendien bestaat er een groot afvalprobleem.
4. Tenslotte mag je er ook klein gevaarlijk afval deponeren.
5. Daarnaast is er ook ruimte voor puin en tuinafval.
6. Maar dan moet iedereen hieraan willen meewerken.
7. Daarbij moeten ze hun eigen omgeving netjes houden.
8. Vooreerst moeten de meeste mensen beseffen dat ze zelf iets aan het milieu kunnen veranderen.
9. Ze gingen zwemmen, omdat het snikheet was.
10. De renner besliste uiteindelijk te stoppen.