Geef het verband van de signaalwoorden tussen haakjes:
opsomming, tegenstelling, tijd, oorzaak/gevolg, toelichting/voorbeeld, voorwaarde, doel/middel, samenvatting, conclusie, reden of vergelijking

De verkenningsronde bleek een dagelijkse routineklus.
(Kort voor) de duisternis helemaal inviel, stuurden beide legers verkenningsploegen op pad (om) eventuele verschuivingen in de vijandelijke linies op te merken.

(Maar) deze keer had Bradwood uitzonderlijke aandacht gevraagd.

Er werden (ook) meer en grotere ploegen dan anders uitgestuurd, (en) dat was meteen ook de reden waarom Aloïs' groepje was opgevorderd om mee te werken.

Swanton riep hen (dan ook) op om absoluut stil te blijven en het terrein zorgvuldig te observeren.

(Achteraf) moest hij bijzonderheden aanduiden op een kaart (die) hij aan de commandopost moest overmaken.




Je mag een tekst overnemen (mits) je er de bron bij vermeldt.

(Dat betekent) dat je duidelijk laat zien wat van jezelf komt (en) wat van een ander.

(Net als) zovelen had Joanne haar huiswerk van het internet gehaald.

Ze was (namelijk) veel te laat begonnen.

(Toch) wilde ze geen nul krijgen, (omdat) ze niets gedaan had.

(Met behulp van) de moderne technologie, wilde ze de indruk wekken (dat) ze in orde was.

(Neem) nu de leerkracht biologie: die heeft dat nooit door!

(Desondanks) was zijn collega Nederlands er niet ingetrapt.

(Kortom), (als) je een taak krijgt, maak ze (dan) zelf!