VERKLEINWOORDEN
en hun functie
Inmiddels weten we allemaal al wel hoe we een verkleinwoord moeten vormen.
Maar wie een verkleinwoord gebruikt, probeert hier niet altijd mee aan te geven dat iets of iemand echt klein is.
Er zijn verschillende redenen om een verkleinwoord te gebruiken:
- IRONIE: spottend of niet gemeend
vb. Zeg vriendje, komt er nog wat van?
vb2. Hij heeft wel een leuk optrekje in de Ardennen op de kop kunnen tikken.
- EUFEMISME: de zaken minder erg of minder zwaar voorstellen dan ze zijn
vb. Jammer, dat is een probleempje voor morgen.
vb2. Kom kom, droog die traantjes nu maar.
- NIET NOODZAKELIJK KLEIN: eerder lief, mooi, gezellig, schattig, ...
vb. Wat een leuk avondje was dat!
vb2. Heb je nog meer van die hapjes?
- KAN NIET ANDERS: van deze woorden bestaat alleen een verkleinwoord
vb. meisje, praatje, toetje, ijsje, over koetjes en kalfjes, ...
TERUG