vnwn 6

invuloefening

betrekkelijke voornaamwoorden

Vul het passende betrekkelijke voornaamwoord in.
Typ onder elke zin het antecedent over.

a. Aan de muur hangt een schilderij geschilderd is door Picasso.


b. De acteur Karel de Grote speelde, vond ik erg goed.


c. De luchtwegen worden aangegeven door radiobakens, de precieze route duidelijk maken.


d. De vrouw, het aanzoek werd gedaan door de knappe officier, was in de wolken.


e. Het volk juichte en tierde, hem nog zenuwachtiger maakte.