voorzetsel 6

invuloefening


Vul de voltooide deelwoorden in van de volgende samengestelde werkwoorden:


Vul de correcte voorzetsels in:

1) Morgen trekken we er op uit de fiets.
2) Ik verlang al deze fijne gebeurtenis.
3) Sarina heeft het erg haar zin.
4) Niemand mag losse handen rijden.
5) 25 km per uur kom je er ook.
6) We zijn altijd vriendelijk andere weggebruikers.
7) We zijn blij deze tocht!
8) We rijden enkele dorpjes de Schelde.
9) Ze mag kop rijden en het tempo regelen.

10. Wat doet Sam als iemand zijn oren trekt?
11. Wordt hij buiten zichzelf woede?
12. Of zal hij zijn moeder roepen?
13. Denkt hij misschien dat die stouterik zijn oren zal krijgen?
14. Misschien zal hij de loop gaan.
15. Word jij vlug boos iemand?
16. Sommigen kunnen niemand rust laten.
17. Wie staat daar zijn vuistje te lachen?
18. Je mag er geen doekjes doen.
19. iemand in ruzie leven, is niet zo fijn, het is beter vriendschap te sluiten.