KOPPELWERKWOORDEN

= werkwoorden die niet kunnen bestaan zonder een niet-werkwoordelijk deel, ook wel het naamwoordelijk deel (NdGez) genoemd.

Samen vormen ze het NAAMWOORDELIJK GEZEGDE
 
 

Zij kunnen als PV voorkomen, maar ook als WWA (werkwoordelijke aanvulling)
 
 
Er zijn er slechts 9 (ZWaBBeLS):
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.

Om ze te onthouden kan je bovenstaand of onderstaand ezelsbruggetje gebruiken:
"De lijken blijken te blijven schijnen als ze heet zijn of worden"

vb. Hij is ziek. = pv

Hij zal later een goede dokter worden. = wwdGez

De brand bleek minder schadelijk dan verwacht.  = pv
 
 
OPGELET!
SOMS KUNNEN zijn, blijven, schijnen, voorkomen, enz... OOK VOORKOMEN ALS ZELFSTANDIGE WERKWOORDEN of HULPWERKWOORDEN!!
 

In dat geval kunnen ze op zichzelf bestaan of helpen ze een ander werkwoord
en zijn ze dus geen koppelwerkwoord!

vb. Hij is gevallen.  = hww

Hij zal beloond worden. = hww

Hij blijft de hele dag. = zww

De zon schijnt. = zww
 
 
 
 
SOORTEN: hulpwerkwoorden zelfstandige werkwoorden
EIGENSCHAPPEN: wederkerend
niet-wederkerend
scheidbaar
niet-scheidbaar