= werkwoorden die met het wederkerend voornaamwoord "zich" worden vervoegd:
vb. zich schamen, zich wassen, zich herinneren, zich amuseren,
zich afvragen, ...
Opgelet! In de vervoeging wordt het wederkerend voornaamwoord
aangepast!
Ik was me
|
scheidbaar | niet-scheidbaar | wederkerend | niet-wederkerend |