= werkwoorden die in een zin op zichzelf kunnen bestaan,
zonder de hulp van andere woorden en/of werkwoorden.
Zij kunnen als PV een WWG (werkwoordelijk gezegde) vormen.
vb. Hij speelt.
= pv
(wwg)
Ze hebben lang gewacht.
= vd
(wwa)
Ze willen surfen.
= inf
(wwa)
Save je bestand!
= imp
(wwg)
SOORTEN: | hulpwerkwoorden | koppelwerkwoorden | |
EIGENSCHAPPEN: | wederkerend
niet-wederkerend |
scheidbaar
niet-scheidbaar |